Treeswijkhoeve

“Dat houdt de energie in je bedrijf, die goeie vibe.”

Van zero bij Ciel Bleu ontwikkelde Dick Middelweerd  zich tot sterrenchef bij De Treeswijkhoeve

Masters Topkok Dick Middelweerd
Van zero bij Ciel Bleu ontwikkelde Dick Middelweerd (Harmelen, 1963) zich tot sterrenchef bij De Treeswijkhoeve. Niet zonder de nodige tegenslag, zoals onlangs brand in de keuken. Maar elke crisis pakt hij aan om er sterker uit te komen. “Dat houdt de energie in je bedrijf, die goeie vibe.”

In het dorp Waalre, de ‘groenfontein’ onder de rook van Eindhoven, bestieren Dick Middelweerd en zijn vrouw Anne-Laura al 22 jaar De Treeswijkhoeve. Het restaurant is gesitueerd in een uit 1916 stammende boerderij, die voorheen behoorde tot het Landgoed Treeswijkhoeve. Een klassieke witte hoeve met een gigantisch terras en een grote kruidentuin waar onder meer kamille, zuring, venkel en aardbeien groeien en waar drie bijenkassen staan, goed voor negentig kilo honing op jaarbasis. Bij binnenkomst valt meteen het bijzondere portret op dat fotografe Marie Cécile Thijs van de chef heeft geschoten: bolhoed op, puntzak friet in de hand. Ook twee manshoge werken van Marc Lagrange getuigen van de voorliefde van Middelweerd voor fotografie. In de private dining staat een enorme collectie Michelin-gidsen uit allerlei landen opgestapeld. Sommige exemplaren gaan terug tot de jaren vijftig. “De buurvrouw die op het Landgoed Treeswijkhoeve woonde, verzamelde de gidsen. Bij haar overlijden droeg ze de collectie over aan ons”, legt Dick uit.

In het door overwegend zachte bruine tinten gedomineerde interieur vallen verder twee niet te tillen selenietkristallen op. Die schijnen onder meer een heldere geest te stimuleren. Dat belooft wat voor het interview! Dick en ik nemen achter een espresso plaats aan een van de tafels, waar hij terug duikt in de tijd. In zijn jeugd, die hij doorbracht in Harmelen, wees helemaal niets erop dat hij ooit kok zou worden. “Ik had geen passie voor lekker eten, hielp niet mee in de keuken, het interesseerde me niks, nul. Ik had sowieso géén idee wat ik later wilde worden. Het enige wat ik leuk vond was mijn drive-in show, zo’n mobiele discotheek compleet met lichtorgel. Daarmee verzorgde ik vanaf mijn dertiende de muziek op schuurfeestjes in het dorp. Daar verdiende ik zo’n honderd gulden mee. Mijn oom, die een verhuurbedrijf voor busjes had, bracht mijn spulletjes naar de feestlocatie en haalde ze na afloop weer op. Als tegenprestatie maakte ik reclame voor hem door in grote letters de naam van zijn bedrijf op mijn deejay-set te plakken. Thuis gebruikte ik de apparatuur om piratenradio te maken. Bij een zender als Veronica werken zag ik wel zitten, maar mijn ouders waren daar minder enthousiast over. Zij waren vrij traditioneel en hadden een eigen onderneming: ze zaten in de huisbrandolie. Want in die tijd zat niet iedereen al op gas, zeker niet in het boerengebied waar ik ben opgegroeid. Later is mijn vader in de paarden gegaan, van oorsprong een hobby van hem – we hadden zelfs een manege thuis.”
Lees verder.........